Introductie

© Roeland Fossen

Anneke Brassinga

Anneke Brassinga (1948) debuteerde in 1987 als dichteres met de bundel Aurora. Voor haar tweede bundel, Landgoed, ontving zij in 1990 de Herman Gorterprijs. Daarna volgden de dichtbundels Thule (1991), Zeemeeuw in boomvork (1994), Huisraad (1998, Paul Snoek Prijs, nominatie VSB Poëzieprijs), Verschiet (2001, VSB Poëzieprijs en Ida Gerhardt Poëzieprijs), Timiditeiten (2003, Anna Bijnsprijs 2005)...Lees meer

Biografie

Anneke Brassinga (1948) debuteerde in 1987 als dichteres met de bundel Aurora. Voor haar tweede bundel, Landgoed, ontving zij in 1990 de Herman Gorterprijs. Daarna volgden de dichtbundels Thule (1991), Zeemeeuw in boomvork (1994), Huisraad (1998, Paul Snoek Prijs, nominatie VSB Poëzieprijs), Verschiet (2001, VSB Poëzieprijs en Ida Gerhardt Poëzieprijs), Timiditeiten (2003, Anna Bijnsprijs 2005) en IJsgang (2006). Haar gedichten tussen 1987 en 2003 werden gebundeld in de gebonden uitgave Wachtwoorden. Verzamelde gedichten, waarbij een CD is gevoegd met voordrachten uit eigen werk. In 2010 verscheen Ontij, waarover De Morgen schreef: 'Een van de beste bundels van het jaar', gevolgd door Het wederkerige in 2014. Haar meest recente dichtbundel is Verborgen tuinen, een panoramische bundel waarin Brassinga op zoek gaat naar een nieuwe onschuld in het spraakwatervallige, de bronnen van het paradijs.

Naast dichteres is Brassinga prozaïste: in 1993 verscheen Hartsvanger, een bundeling van dagboeknotities en reisverslagen, essays en brieven. Daarna publiceerde zij de essaybundels Hapschaar (1998, ECI-Prijs 2001), Het zere been (2002) en Bloeiend puin (2008). Samen met fotograaf Freddy Rikken bundelde zij hun briefwisseling, Tussen vijf en twaalf (2005). In mei 2015 verscheen haar meest recente essaybundel Grondstoffen.
Ten slotte is zij ook een productief en veelgeprezen vertaalster van onder meer Oscar Wilde, Jules Verne, Hermann Broch, Vladimir Nabokov, E.M. Forster en Sylvia Plath.

In 2015 werd haar werk bekroond met de P.C. Hooft-prijs. ‘Wie de gedichten van Brassinga leest, stapt binnen in een geestverruimend heelal van taal.’ alsdus het juryrapport.