Paul Koeck (1940) schreef vele romans, verhalenbundels, toneelstukken en filmscenario's. Zijn werk is vertaald in onder meer het Frans, Duits, Engels en Catalaans. Veel succes had hij met De gigolo (1985), een humoristisch boek over een man die draconische maatregel neemt om zichzelf tegen de aandacht van vrouwen te verweren. Het hoofdwerk uit zijn oeuvre is de roman Waterproef (1992), waarin de hoofdpersoon Hendrik denkt dat alle ellende in de wereld is begonnen met de zondvloed. De roman De koude persing (1996) draait om de machtsstrijd in een klein Catalaans dorp. In de voor de AKO Prijs genomineerde en met de Prijs van de Provincie Antwerpen bekroonde roman De bloedproever (2000) keert een bekende architect terug naar zijn geboortedorp. De verhalenbundel Na de siësta (2001) bevat sfeervolle verhalen over Spanje, Koecks tweede vaderland. In Het doorgeefmeisje (2003) beschrijft Koeck de driehoeksverhouding tussen een jonge vrouw en twee oudere mannen, die omslaat in een sadomasochistische relatie. Zijn meest recente roman, de misdaadroman Le petit Belge, verscheen in 2004.