De Bezige Bij

Als werden wij ergens ontboden

In Als werden wij ergens ontboden houdt Miriam Van hee het spanningsveld tegen het licht tussen het zoeken, het reizen, de afweging eropuit te gaan, en om thuis te blijven. Haar subtiele en onheilspellende verzen wiegen tussen verlangen en heimwee. Daartussenin: onmacht. Onder de oppervlakte sluimert er steeds een existentiƫle dreiging, een angst, een troost van de natuur en wordt geborgenheid als illusie onderuitgehaald.

en van onze wijnglazen met hun bezinksel
van licht, van onze langwerpige schaduwen
onze lachwekkende dromen en ons
kortstondig geloof in deze kleine vallei

Mobiele versie afsluiten