De Bezige Bij

De grote Afrikaanse Oorlog

Tussen 1996 en 2003 werden miljoenen mensen – voor het overgrote deel onschuldige burgers – het dodelijke slachtoffer van de spiraal van geweld in Congo. Onder sterke internationale druk werd er een politieke regeling onderhandeld. Het is maar de vraag of die soelaas zal brengen voor Congo en de regio. Er is weinig reden tot optimisme.

In De Grote Afrikaanse Oorlog beschrijft Filip Reyntjens de uitzonderlijke combinatie van factoren die heeft geleid tot wat de Amerikaanse viceminister voor Afrikaanse Zaken Susan Rice in 1998 de ‘Eerste Afrikaanse Wereldoorlog’ noemde. De voornaamste factoren zijn ongetwijfeld de extreme zwakte van de Zaïrese (Congolese) staat en de gevolgen van de Rwandese burgeroorlog. De etnische tegenstellingen in Rwanda, Burundi en Oost-Congo hebben een nefaste rol gespeeld, evenals de steeds verschuivende allianties in de regio (waar iedereen redeneert volgens de logica van ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’). Maar ook de criminalisering van staten en economieën, en de incoherentie van de zogenaamde internationale gemeenschap hebben een context gecreëerd waarin extreme destabilisering en onbeschrijflijk menselijk leed mogelijk en zelfs onvermijdelijk werden.

Mobiele versie afsluiten