‘Terwijl andere boeken uit dezelfde periode inmiddels zijn vergeten, blijkt De jagers een onvervalste klassieker.’ - The Times Literary Supplement
'Het is indrukwekkend om te zien met hoeveel gevoel voor nuance een jonge Salter (hij was 31 toen deze roman verscheen) de menselijke verhoudingen blootlegt.' - HP/De Tijd
‘Fraai geschreven.’ **** - Het Parool
‘Intrigerende debuutroman James Salter uit 1956 blijft een subtiel meesterwerk.’ ***** - Elsevier
‘Ontzagwekkend debuut. (…) In de beste scènes versmelt Salter zijn observatietalent perfect met psychologisch doorzicht. Maar Salter had bovenal het schrijftalent en de zelfbeheersing om poëzie in beknoptheid te vinden. Hij belichaamde de antithese van mooischrijverij. Salter had weinig woorden, maar de beste zinnen.’ ****1/2 - Humo
‘Het verhaal is robust, de zinnen zijn geborsteld. (…) Salters spaarzame beschrijvingen van luchtgevechten zijn schitterend, maar het fraaist getekend is wel de innerlijke strijd van kapitein Connell, die niet begrijpt hoe het leven een getalenteerde valsspeler kan bevoordelen boven een gewetensvol man.’ **** - De Volkskrant
‘Opvallend is de, voor een debuut, al zo robuuste stijl (…) Meesterlijk, en uniek in de literatuur, zijn de beschrijvingen van de luchtgevechten, die triomfen kunnen opleveren, maar ook, zoals blijkt, soms met de dood moeten worden bekocht. Desondanks overheerst voor de schrijver de euforie, preluderend op de afloop.’ **** - NRC Handelsblad
‘ De jagers toont al onmiskenbaar Salters talent. Het is een krachtige en ontroerende roman over moed, rivaliteit en waarachtig heldendom, die nog lang nadreunt.’ **** - Algemeen Dagblad
‘Een scherp psychologisch portret rond rivaliteit en eerzucht, (over) moed en verval, én de ware betekenis van moed en leiderschap; geschreven dooreen toen al meesterlijk stilist.’ - VPRO Magazine
‘Ontzagwekkend debuut. (…) In de beste scènes versmelt Salter zijn observatietalent perfect met psychologisch doorzicht. Maar Salter had bovenal het schrijftalent en de zelfbeheersing om poëzie in beknoptheid te vinden. Hij belichaamde de antithese van mooischrijverij. Salter had weinig woorden, maar de beste zinnen.’ ****1/2 - Humo