De Bezige Bij

De luchtkunstenaar

In 1992 was Jan Hoet tijdens Documenta IX God in Kassel. Voor het oog van de wereld leefde hij zijn kunstideeën gretig uit. Hij wekte de indruk dat zijn artistieke oordeel onfeilbaar was. Die indruk is hij nadien blijven wekken. Had Jan Hoet inderdaad een alziend oog voor hedendaagse kunst – of was hij vooral een janus die op briljante wijze zowel het publiek als de media inpakte? Hoet trok als een magiër de aandacht naar zich toe, maar hij werd ook zwaar op de korrel genomen door minder grote bewonderaars, die hij al evenzeer in overvloed had (alles aan Hoet was overvloed). Niet alleen Hoet zelf komt in dit boek aan het woord. Ook aartsvijanden, critici en collega-curatoren spreken zich over hem uit. En voor het eerst getuigen zo’n zestig internationale kunstenaars van hun ervaringen met Hoet, van Gerhard Richter en Marina Abramovic via Ilya Kabakov en Marlene Dumas tot Joseph Kosuth en Rob Scholte.

Mobiele versie afsluiten