De Bezige Bij

De morgen loeit weer aan

Een oudere man leeft als een kluizenaar buiten de stad. In het gezelschap van vier honden, een grote drankvoorraad en een pistool op het nachtkastje overpeinst hij tijdens een lange nacht zijn leven, tot de ochtend weer aanbreekt: ‘Buiten hoor ik het gekraai van hanen. De morgen loeit weer aan en is niet te vertrouwen.’

Met een nawoord van Maartje Wortel.

‘Buiten hoor ik het gekraai van hanen. De morgen loeit weer aan en is niet te vertrouwen.’

Mobiele versie afsluiten