De Bezige Bij

De trousse

Zuid-India. Een oude non ligt ’s nachts in het donker van haar kloostercel te woelen. Ze overdenkt haar leven. Haar slapeloosheid heeft met de overheersende hitte te maken, maar ook met de heftigheid van haar ervaringen als verpleegster in een armenhospitaal. De vastberadenheid waarmee deze vrouw een levensideaal belijdt wordt zichtbaar, een ideaal dat al lang niet meer lijkt te passen bij dit tijdsgewricht.

Leo Pleysier (1945) vertelt met De trousse een messcherp en beklemmend verhaal: een parel in Pleysiers mooie en subtiele oeuvre. Zijn werk werd bekroond met onder meer de F. Bordewijkprijs en de Cultuurprijs voor proza van de Vlaamse gemeenschap.

Mobiele versie afsluiten