De Bezige Bij

Den Haag Den Haag

Over Harry de zangleraar die wereldbollen spaart, over het meisje Mo dat boven op een keukenstoel staat en liefdesliedjes zingt, over de buurman Nico die helemaal geen vriendin had en toch zeven zomerjurken bij de Wehkamp bestelde, en over de ontvoering van twee zwanen uit de Hofvijver naar de Haagse beek. Over de duizend-en-één verhalen van Den Haag. Over Den Haag en het zachte prevelen van een menslievende. Over Den Haag en waarom niemand er kan geloven dat er ook ooit maar iets gaat lukken. In het korte verhaal ‘Den Haag Den Haag’ sleurt dichter en schrijver Erik Lindner (1968) je van de ene vertelling in de andere, voert hij je mee in de stroom van zijn korte, poëtische zinnen en openbaart hij de geheimen van een Den Haag zoals je het niet eerder kende.

Dit verhaal dat ik je wil vertellen begint op zomaar een zondag waarop ik thuiskwam van een optreden ergens ‘s middags, vraag me niet waar. Bosz speelde accordeon voor het Centraal Station. Ik wist heIemaal niet dat hij dat kon, accordeon. Een lage zon scheen onder de luifel van het station en Bosz maakte zonder op te kijken een grimas toen ik een bundel in zijn hoed wierp en bleef geconcentreerd in zijn spel. Achter ons stapte op een van de sporen een klein meisje met een kaal hoofd uit de trein, ze laadde twee karretjes uit waarop dozen en koffers gebonden waren. Niemand wist haar de weg naar het Brullend Breekijzer te vertellen, behalve dan Bosz met de hoed en de accordeon. Ook verkrijgbaar in de iBookstore:

Mobiele versie afsluiten