De Bezige Bij

En je kwam niet terug

In 1944 werd Marceline Rozenberg samen met haar vader gedeporteerd. Hij kwam in Auschwitz terecht, zij enkele kilometers verderop in Birkenau. Op een dag slaagde de vader erin Marceline een briefje te bezorgen met daarop een paar geruststellende woorden. Alhoewel ze op de eerste en laatste zin na is vergeten wat hij schreef, probeert ze zeventig jaar later haar vader een antwoord te schrijven. Het boek is een ode aan een vader en tegelijk een bitter relaas over de onmogelijkheid om verder te leven.

‘Ik zie dat briefje weer voor me dat je me daar in handen hebt gespeeld, een slordig stuk papier, aan één kant afgescheurd en ongeveer rechthoekig. Ik zie je naar rechts hellende handschrift en een stuk of vijf zinnen die ik me niet herinner. Van één regel ben ik nog zeker, de eerste, “Lieve kleine meid,” van de laatste ook, je handtekening: “Sjlomo”. Alles ertussenin weet ik niet meer. Ik zoek, maar kan het me niet herinneren.’

Mobiele versie afsluiten