De Bezige Bij

Het verdriet van België

Editie ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van Het verdriet van België

‘Het moet een boek worden over het leven in Vlaanderen zoals ik dat gekend heb, maar zoals het nu niet meer bestaat.’ Dat zei Hugo Claus een kleine tien jaar voordat hij Het verdriet van België voltooide: gedeeltelijk een bildungsroman gebaseerd op zijn eigen jeugd, gedeeltelijk ook een boek dat een beeld geeft van de politieke verhoudingen in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar bovenal een boek over de groezeligheid van de waarneming, de onbetrouwbaarheid, de twijfel en het verraad.
De hoofdpersoon van het verhaal, Louis Seynaeve, is elf jaar en leerling op een nonneninternaat. Verwarring, hunkering en bedrog vormen zijn jongensjaren en alleen door te fantaseren, de werkelijkheid geweld aan te doen kan hij overleven. Het leven in de Tweede Wereldoorlog wordt door Claus opgeroepen in een even complexe als meeslepende roman, die met recht het hoofdwerk uit zijn oeuvre mag worden genoemd.
De publicatie in maart 1983 zorgde in de pers voor een nooit eerder geziene hype. Het boek werd onmiddellijk een grote bestseller en heeft in de voorbije decennia ook in het buitenland veel succes geoogst. Het verdriet van België kan met recht tot een van de klassiekers uit de moderne internationale literatuur worden gerekend.

‘Scouts hadden een Franse lelie op de riem en werden overigens geregeerd door Engelsen (vanwege hun stichter Baden-Powell) die hun Engelse ceremonies opdrongen, thee drinken, onze stambroeders in Zuid-Afrika in concentratiekampen achter prikkeldraad laten verhongeren, onze geloofsbroeders in Ierland mitrailleren, fair play mijn kloten.’

Mobiele versie afsluiten