Op de avond van 21 januari 1974 sprong Jan Arends uit het raam van zijn eenpersoonsappartement in Amsterdam. Twee dagen later verscheen zijn debuutbundel Lunchpauzegedichten, vol grillige, donkere maar ook wrang-geestige poëzie, die na veertig jaar nog altijd weet te verbijsteren. ‘Hier kotst iemand zijn hart uit met een minimum aan woorden.’ – Menno Wigman