De Bezige Bij

Mélodie d'amour

Een vrouw en haar man – liefde. Een andere vrouw – een tweede, geheime liefde. Liefde van een zoon voor zijn moeder, liefde tussen broer en zus. Verliefdheid als oponthoud voor een man op zijn sterfbed.

In deze roman toont Margriet de Moor de liefde in haar onberekenbare gestalten: van loyale genegenheid tot alles verterende hartstocht. Met een grote sensitiviteit schetst ze het schitterends dat de liefde teweeg kan brengen, en tegelijk haar verwoestende kracht, het geweld en de moordlust die het liefdesverdriet in een mens kan opwekken. Hoe goed haar personages het ook bedoelen, ze zijn zonder uitzondering onderworpen aan dat andere personage, de liefde zelf, waarvan de kracht vele malen groter is dan die van henzelf.

Margriet de Moor debuteerde in 1988 met de verhalenbundel Op de rug gezien. Daarna volgden onder meer de zeer succesvolle romans Eerst grijs dan wit dan blauw (bekroond met de AKO Literatuurprijs 1992), De virtuoos, Kreutzersonate, De verdronkene en De schilder en het meisje. Haar werk is in 24 talen vertaald. Mélodie d’amour is haar negende roman.

‘De stoet paarden die ijverig achter de vier amazones naar de dijk draven is de feestelijkste stoet ooit. Het opspattende water wordt zilverwit en de lucht steeds blauwer naarmate de paarden aan land komen.’

Mobiele versie afsluiten