De Bezige Bij

Waarom ga je niet aan de drank

Nederlanders in onweerstaanbare cartoons
Martin Simek als AnoNe
Ik begin een hond te tekenen. Probeer het ook eens, als u nog nooit hebt getekend, uw best doen op een hond. Het duurt twaalf tot vijftien minuten. En als het af is denkt u: waar ken ik die hond van? U hebt namelijk onbewust alle honden nagetekend die u als kind in uw kinderboeken bent tegengekomen. Het resultaat is een goulash van al die honden. Toptennissers lijken nooit op elkaar, wist ik. Ieder heeft zijn eigen stijl. Dus toptekenaars ook.
Nog vier dagen. IJsberend door mijn kamer zie ik plotseling onze keuken in Praag vol stoom. Mijn moeder staat achter het fornuis knedlíky te koken in een enorme pan met water. Buiten is het min twintig graden. De ramen zijn beslagen. Ik klim op een stoeltje. Zo te zien ben ik een jaar of twee. Met een wijsvinger begin ik op het raam te tekenen. Een rondje, een streepje voor de neus, twee puntjes als ogen en een halve maan als mond. Ik ben een vrolijk kind en wil dat het poppetje lacht. Maar hoe ik ook mijn best doe, nog voor ik met het lichaam van het mannetje klaar ben, loopt zijn gezicht uit. Het poppetje is niet langer vrolijk, het huilt. Ik probeer het opnieuw en opnieuw, net zo lang tot ik zo snel teken dat ik het poppetje ten minste één seconde zie lachen.
Achtentwintig jaar later besef ik ineens: ik kan dus wél tekenen en ik heb een eigen stijl. Want als je heel snel tekent, kan je niemand nadoen.

Als e-book (fixed lay-out) alleen te krijgen via de iBookstore.

Mobiele versie afsluiten