Hij brak in 2010 door met zijn boek Congo: een geschiedenis. Het boek werd overladen met prijzen, waaronder de Libris Geschiedenisprijs, de Ako Literatuurprijs en de Franse Prix Médicis.

Van Reybrouck studeerde filosofie en archeologie in Leuven en Cambridge en promoveerde in Leiden. In 2001 debuteerde hij met De plaag, waarvoor hij de Vlaamse debuutprijs kreeg. Er volgden essays, gedichten, theaterteksten (o.a. Missie en Die siel van die mier) en een roman, Slagschaduw (2007).

Zijn verhalen worden veelal gevoed door onderzoek ‘van onderop’, door middel van gesprekken en oorspronkelijke bronnen. Dit jaar kreeg Van Reybrouck de Gouden Ganzenveer om zijn veelzijdigheid en bezielende wijze van schrijven, maar ook vanwege zijn maatschappelijke betrokkenheid.

Hij was de oprichter van de G1000, een burgertop die duizend Belgen liet overleggen voor een betere democratie, een initiatief dat inmiddels ook in Nederland navolging heeft gekregen. Zijn recentste werk is Tegen verkiezingen (2013), waarin hij laat zien hoe verkiezingen gedateerd zijn als democratisch instrument.