De Bezige Bij

David Vann wint St. Francis College Literary Prize

David Vann heeft de St. Francis Literary Prize gewonnen voor zijn roman Aarde. Dat werd zaterdag 21 september bekend gemaakt op de openingsavond van het Brooklyn Book Festival. De jury bestond uit Jonathan Dee, Peter Cameron en Kate Christensen. Het prijzengeld bedraagt 50.000 dollar en is bedoeld om Vann’s glansrijke carrière te steunen. De nieuwste roman van David Vann, Goat Mountain, verscheen onlangs bij De Bezige Bij.

De St. Francis College Literary Prize is een halfjaarlijkse prijs die wordt uitgereikt aan auteurs die zich in het midden in hun carrière bevinden. Alleen het derde tot en met vijfde fictionele werk van een auteur komt in aanmerking voor deze prijs.

David Vann (1966) werd geboren op het eiland Adak in Alaska en bracht zijn jeugd door in Ketchikan. Hij schrijft voor tijdschriften als The Atlantic Monthly, Esquire en Outside. Zijn verhalenbundel Legende van een zelfmoord werd een wereldwijd succes en is onder meer bekroond met de Prix Médicis Étranger, de Grace Paley Prize for Short Fiction en de lezersprijs van L’Express. In 2011 verscheen zijn debuutroman Caribou Island.

Over Aarde
Het is 1985. De tweeëntwintigjarige Galen woont alleen met zijn moeder in een groot oud huis, te midden van wat ooit een walnotenboomgaard was. Galen ziet zichzelf als een ‘oude ziel’ en is in de ban van de new agebeginselen. Hij doet aan meditatie en vuurlopen als uiterste pogingen om transcendentie te bereiken. Maar hij heeft tegen wil en dank ook nog altijd oog voor aardsere zaken, zoals zijn brutale en uitdagende nichtje. Als zijn moeder merkt dat Galen zich tot haar aangetrokken voelt, beginnen de problemen zich op te stapelen en belandt de relatie tussen moeder en zoon in een onstuitbare neerwaartse spiraal.
Aarde is een beklemmende roman over de verstoorde relatie tussen een moeder en een zoon.

Aarde is niets minder dan een openbaring. Een diep aangrijpende roman.’ – Trouw

Over Goat Mountain
In de herfst van 1978 doet een elfjarige jongen samen met zijn opa, zijn vader en diens beste vriend mee aan de jaarlijkse jacht op hun landgoed, Goat Mountain. Iedere herfst keren ze terug naar het dorre, gele landschap. Het is het eigendom van de familie, het is de plek waar ze vandaan komen. Herinneringen en verhalen worden er uitgewisseld en dit jaar mag de jongen voor het eerst zelf schieten op een hert. Hij is er klaar voor, zijn vingers jeuken. Wanneer ze bij het landgoed aankomen, ziet zijn vader ineens een stroper in het vizier van zijn geweer. Hij laat zijn zoon kijken – een eenvoudige handeling die in een grote tragedie zal ontaarden. De familie zal nooit meer hetzelfde zijn, één voor één worden ze gedwongen om vraagtekens te plaatsen bij wie ze zijn en bij wat ze denken te weten.
In doeltreffend proza schreef David Vann een beklemmende, uitdagende roman, waarin hij onderzoek doet naar onze meest basale gevoelens, naar familiebanden en geloofsovertuigingen. En naar de consequenties van ons gedrag, en de prijs die daarvoor moet worden betaald.

‘Vann bewijst met Caribou Island dat hij de lof en de prijzen van zijn debuut Legende van een zelfmoord ruimschoots verdiende.’ – Vrij Nederland

Mobiele versie afsluiten