Met de arrestatie eind 1995 van een directe meerdere van Dutchbat-commandant Thom Karremans heeft Nederland gepoogd geheime informatie over de Franse en Amerikaanse rol bij de val van Srebrenica buiten het publieke domein te houden.
Het niet eerder gepubliceerde bewijs hiervan staat afgedrukt in De slag om Srebrenica van Frank Westerman, dat op 11 juni verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij.

Het gaat om een proces verbaal van de ‘aanhouding en voorgeleiding’ van kolonel Charlef Brantz die destijds als VN-officier in Bosnië diende. De Justitiële Dienst van de Koninklijke Marechaussee beschuldigde Brantz van het lekken van (correcte) informatie ‘die schadelijk kon zijn voor de Minister van Defensie en de Staat der Nederlanden’.
Wat volgens de strafzaak geheim had moeten blijven was het ‘bunkerberaad’ van 1 november 1995, een topoverleg in de atoomkelder onder het Haagse ministerie van Defensie over het vermeende Frans-Amerikaanse dubbelspel bij het tegenhouden van luchtsteun aan Dutchbat tot het te laat was.
De aanklacht noemt nadrukkelijk ‘de passage met betrekking tot de Amerikanen en de generaal Janvier’ zoals op 10 november door NRC Handelsblad onthuld. Frank Westerman beschreef daarin hoe de voltallige Defensiestaf alle aanwijzingen besprak dat VN-bevelhebber Bernard Janvier de enclave zou hebben geofferd op instructie van Parijs en Washington.
Hoewel ‘voorlopige hechtenis was toegelaten’ is de strafzaak na het verhoor van drie verdachte officieren en de uiteindelijke arrestatie van kolonel Brantz eind 1995 spoorslags gesponeerd. ‘Niet alleen het bunkerberaad, ook het procesverslag zelf diende geheim te blijven’, schrijft Westerman in De slag om Srebrenica.
Naast het genoemde proces-verbaal toont het boek nog een onthullende fax over het uitblijven van luchtsteun. In dit ‘codebericht Z-1020’ van vier weken voor de val van Srebrenica wordt de VN in New York geïnformeerd dat er ‘geen luchtaanvallen meer zullen plaatsvinden zonder toestemming van Chirac.’
Deze claim is afkomstig van de Servische president Milosevic. Hij stelt dat de Franse president hem dit heeft verzekerd, ‘met instemming van president Clinton’. Al enkele dagen eerder, op 13 juni 1995, verklaarde de minister van Buitenlandse Zaken van de Bosnische Serviërs: ‘President Milosevic heeft de garantie gekregen dat er niet meer gebombardeerd zal worden.’
Tijdens de meerdaagse Servische tankaanval op Srebrenica heeft Dutchbat enkele keren vergeefs de hulp van NAVO-gevechtsvliegtuigen ingeroepen. De Franse VN-generaal Janvier heeft deze verzoeken om luchtsteun steeds afgewezen tot 14 uur 40 op de middag van 11 juli 1995, toen de enclave al onder de voet was gelopen.
Het ‘bunkerberaad’ dat eind 1995 tot strafvervolging van kolonel Brantz aanleiding gaf, ging over de waarschijnlijkheid van een Frans of Amerikaans ingrijpen in de VN-bevelslijn, via generaal Janvier. Hoge Nederlandse VN-officieren, onder wie kolonel Harm de Jonge, waren er destijds al van overtuigd dat er bewust is besloten om niet te vechten voor het behoud van de als onhoudbaar en onwerkbaar aangemerkte enclave, met alle gevolgen van dien.

Passages uit proces-verbaal PD 26/1995 zoals afgedrukt op 363 en 364  van De slag om Srebrenica
Passages uit proces-verbaal PD 26/1995 zoals afgedrukt op 363 en 364 van De slag om Srebrenica

Over De slag om Srebrenica. De aanloop. De val. De naschok.
Juli 1995: Srebrenica valt. Servische strijders overrompelen Dutchbat en vermoorden duizenden mannen. Nu, twintig jaar later, keert Frank terug naar de voormalige enclave waartoe hij destijds tweemaal wist door te dringen. In De slag om Srebrenica brengt hij zijn tijdloze en meest onthullende Balkan-werk bijeen, aangevuld met een actueel slotdeel, ‘De naschok’: een stilmakend reisverslag over de kras op de volksziel die Srebrenica vandaag de dag nog altijd is.