De Bezige Bij

Hans Achterhuis over Dit zijn de namen in Filosofie Magazine

In Filosofie Magazine verscheen een mooie column van Hans Achterhuis over Dit zijn de namen van Tommy Wieringa.

Ga heen en lees
Soms biedt een romanverhaal inzichten die door de strenge redeneringen van een wijsgerige tekst niet worden bereikt. De Franse filosoof René Girard had het in dit verband over “de romaneske waarheid”. Hij ontdekte het voor hem centrale begrip van de mimetische begeerte, het navolgen van de verlangens van anderen, via een analyse van de grote romans van Cervantes, Stendhal en Dostojewski. Veel scherper dan de filosofen uit hun tijd, die de autonomie van het subject en de authenticiteit van het verlangen propageerden, signaleerden deze romanciers dat zich in de moderne tijd een nieuw soort begeerte manifesteerde.
Girards tweede grote ontdekking gaat over het ontstaan van de religie. In een oersituatie zouden menselijke groepen conflicten en spanningen hebben opgelost door een zondebok te vermoorden. Omdat de onderlinge strijd hierna voorbij was, werd de gedode zondebok vervolgens als redder en verlosser gezien en werd hem goddelijke macht toegekend.
Voor deze laatste ontdekking gaat Girard terug naar de oermythes van de mensheid. Naar mijn weten verwijst hij nergens naar de romanliteratuur. Toch hebben romanciers, die zich inleefden in het ontstaan van maatschappijen en godsdiensten hier ook veel te bieden. Een fraai voorbeeld vind ik de fascinerende recente roman Dit zijn de namen van Tommy Wieringa. Een groep vluchtelingen trekt door een eindeloze dorre vlakte. De honger dunt de groep uit, de overlevenden bedreigen elkaar. Een zwarte man, die ze ‘Afrika’ noemen, krijgt de schuld van alle ellende. Hij wordt vermoord. Na zijn dood, nemen ze zijn schedel mee, die hun plotseling een andere, reddende weg wijst. Ze bereiken eindelijk een stad, waar de politiecommissaris Beg hen over de moord ondervraagt. Ze kunnen geen helder antwoord geven, alleen maar stamelen dat Afrika als een vrijwillig offer moest sterven om hen te laten overleven.
In de andere verhaallijn uit de roman ontdekt Beg zijn joodse afstamming. Het valt hem op dat de tocht van de vluchtelingen lijkt op de omzwervingen van het joodse volk door de woestijn voordat dit het beloofde land bereikte. De god van de joden doet denken aan de eigentijdse god die de vluchtelingen in het leven hebben geroepen. Dat zit de rabbijn, aan wie hij dit vertelt, vanzelfsprekend niet lekker. Wat er vroeger ontstond was de ware godsdienst, “wat u ziet, is een afgodsdienst, een geheiligde perversie”.
Beg is niet overtuigd. “Ga heen en leer”, de boodschap van de rabbi, betrekt hij ook op de nieuwe religie die hij onder zijn ogen ziet ontstaan.
Ook voor filosofen lijkt me dit de juiste boodschap. “Ga heen en lees”, zou ik er van willen maken. Lees romans en vooral Dit zijn de namen, een boek dat vele filosofische leerboeken in de schaduw stelt.

Hans Achterhuis.

Eerder verschenen in Filosofie Magazine.

Mobiele versie afsluiten