De Bezige Bij

In memoriam Leo Geerts

Twintig jaar geleden, op 17 augustus 1991, overleed Leo Geerts (geboren te Doel, België, op 18 februari 1935), auteur van De Bezige Bij. Van de 56 jaren die hij leefde heeft hij er ten minste 36 besteed aan het schrijven van proza, poëzie, toneel en vooral van literaire kritiek.

Hij brak als auteur door met ‘Pagadders’ (1982) (tweede deel van een trilogie bestaande uit: ‘LoeDers’ (in eigen beheer, 1975) en ‘Dadaders’ (Hadewych, 1985). In 1988 verscheen bij De Bezige Bij ‘Een held die armoe zaait’, in 1991 ‘Sapfo’s lief’; in 1988 ‘De mentor’, onder pseudoniem Marcel van der Linden.

Contestatie was wellicht het belangrijkste motief tot schrijven. Contestatie dreef hem tot het samenstellen en becommentariëren van documenten (scholierenrevolte te Westmalle, bezetting van de RBP- fabriek te Antwerpen). Contestatie, van mild tot bitter, en sociaal engagement zijn de grondtoon van al zijn werk, dat overigens door een zeer gevarieerde humor in balans wordt gehouden. Door een pseudoniem te kiezen om de novelle ‘De pupil’ van Harry Mulisch te persifleren in ‘De mentor’ contesteerde hij de vooringenomenheid die hij bij literatuurrecensenten had opgemerkt. Hij was een luis in de pels van de literaire productie, maar kon bemoedigend zijn waar hij nieuw talent bemerkte, en was een groot bewonderaar van F. Bordewijk, wiens werk hij vreesde in de vergetelheid te zien terechtkomen.

Uit zijn zeer omvangrijk kritisch werk verscheen postuum bij De Knipscheer ‘Het gras in de duinen’. Een kleine selectie van zijn briefwisseling (een echt tijdsdocument) verscheen in Deus ex Machina. Zijn nalatenschap (voor het merendeel onuitgegeven verhalen, kortverhalen, poëzie en brieven) berust in het archief van het Letterenhuis te Antwerpen.

Mobiele versie afsluiten