Nieuws / Jolande Withuis ontvangt lofrede tijdens de boekpresentatie van Juliana. Vorstin in een mannenwereld

27.10.2016

Jolande Withuis ontvangt lofrede tijdens de boekpresentatie van Juliana. Vorstin in een mannenwereld

Ter ere van Jolande Withuis en haar biografie Juliana.Vorstin in een mannenwereld, is er door Marjan Schwegman, ex-directeur van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, een lofrede gecreëerd. Tijdens de feestelijke boekpresentatie van de Juliana-biografie zal Marjan Schwegman deze lofrede ten gehore brengen.

Hieronder kunt u de gehele lofrede lezen.

Lofrede t.g.v. presentatie biografie Juliana, 27 oktober 2016

In sprookjes krijgt de prinses na het overwinnen van veel obstakels haar prins op het witte paard en heerst vervolgens nog lang en gelukkig over haar tevreden onderdanen. Iedere volwassene  weet dat sprookjes producten van de verbeelding zijn.  Toch wordt het begrip ‘sprookje’ tot op de dag van vandaag gebruikt als het over moderne monarchen en hun levens gaat. Dat levert een spanning op die de kern vormt van de door Jolande Withuis geschreven biografie van Koningin Juliana. Juliana bleef haar hele, lange leven verlangen naar een sprookjesachtig leven dat geen werkelijkheid werd: ze droomde van een harmonieus gezinsleven en een invulling van het koningschap die haar in staat zou stellen zichzelf te zijn. Die nooit opgeloste spanning geeft haar leven een tragische lading. Toch portretteert de biografe Juliana niet als beklagenswaardig wezen.  ‘Do not give me your pity’, zei de prinses in haar eerste oorlogsrede voor de Canadese radio. ‘Medelijden is voor de zwakken’, voegde zij eraan toe. Het is een boodschap die voor haar hele leven geldt, zo laat deze biografie zien.

Jolande Withuis vervalt niet in medelijden, bewondering of afkeer, omdat zij haar object van onderzoek steeds serieus neemt, ook wanneer Juliana’s leven onwaarschijnlijke wendingen neemt, zoals tijdens de periode waarin zij zich verregaand liet beïnvloeden door Greet Hofmans en haar sekte. Hoe onnavolgbaar en grillig Juliana zich bij tijden ook gedroeg, je blijft haar als lezer gefascineerd volgen.

Het resultaat is een radicaal nieuw beeld van Juliana, des te verrassender omdat in de levensbeschrijving alle bekende elementen de revue passeren: haar jeugd als enig kind met een moeder die haar een andere, vrijere, ‘gewonere’  jeugd  wilde schenken dan zijzelf had gehad; de vernederende zoektocht naar een geschikte echtgenoot, haar bijna uitzinnige geluk toen Bernhard op het toneel verscheen, de ballingschap in Canada tijdens de Duitse bezetting, haar aanvaarding van de kroon met de woorden: wie ben ik dat ik dit doen mag, de handicap van dochter Marijke met de daarop volgende betovering door Hofmans, haar succesvolle invulling van het koningschap als maatschappelijk werk. Tot slot de stille jaren en de grotendeels witte begrafenis als uitdrukking van haar geloof dat de dood niet een einde is, maar een nieuw begin.

Hoe kan het dat een levensbeschrijving die opgebouwd is rond bekende thema’s, toch een nieuw beeld oplevert? Allereerst doordat Jolande’s speurzin een schat aan nieuwe, deels mondelinge bronnen heeft opgeleverd. Maar het nieuwe beeld is toch vooral het resultaat van haar eigenzinnige interpretatie van deze en andere, reeds door onderzoekers vóór haar gebruikte, bronnen. De bekendste van hen is Cees Fasseur. Hij kreeg voor zijn onderzoek naar Wilhelmina, Bernhard en Juliana, tot nu toe als enige historicus toegang tot het Koninklijk Huis Archief. Dat hij positief nieuwsgierig was naar Jolande’s visie op Juliana, maakt het des te betreurenswaardiger dat hij de publicatie van dit boek niet meer mee kan maken. Jolande verhoudt zich uitgebreid tot zijn werk en tot dat van vele anderen, maar is er toch in geslaagd om haar eigen weg te gaan.

Neem nu bijvoorbeeld de ondertitel van de biografie: Vorstin in een mannenwereld. Scherp stelt Jolande vast dat Juliana’s positie als prinses en koningin niets veranderde aan de bestaande hiërarchie der seksen. Ook al deed de sekse van de monarch er formeel niet toe, in het dagelijks leven telde die wel degelijk. Zo werd bij het zoeken naar een echtgenoot door de mannelijke huwelijksmakelaars geklaagd dat Juliana zo ‘onaantrekkelijk’ was.

Terwijl Wilhelmina zich vooral identificeerde met mannen, geldt voor Juliana het omgekeerde. Vrouwen, zo laat Jolande zien, waren altijd belangrijk voor haar, als vriendinnen, als raadgeefsters, als voorbeelden. Eén van haar meest opvallende inspiratiebronnen was de schrijfster Annie M.G. Schmidt, door Juliana bewonderd om haar fantasie en gevoel voor humor. Op Juliana’s verzoek schreef Schmidt een eenakter over Dr. Bert Deninga, een man die de toeschouwer leert kennen via zijn vrouw Jop, zijn moeder, tante, secretaresse en maîtresse. Het stuk werd door Juliana en haar uit vrouwen bestaande toneelclub voor het eerst in 1958 met Kerst in huiselijke kring opgevoerd. Juliana speelde de rol van tuinierster Emmy, een volgens de toelichting van Schmidt ‘ogenschijnlijk vage en goeiige tuinmaniak’. Uit de handeling blijkt echter haar ware karakter: zij doorziet de wereld dondersgoed en intervenieert slim en effectief.  Emmy zegt het volgende over Bert:

“Hij is ook een bijzonder ijdele vent. Hij kan niet genoeg krijgen van eerbetoon, niet genoeg van vleierij, hij is een streber. Hij wil bewonderd worden, mensen moeten naar hem luisteren, vrouwen moeten naar hem luisteren, en ik vrees dat Jop dat te weinig heeft gedaan. Hij wil uitgaan, hij wil naar party’s en Jop wil in een vuile trui thuis bij de konijnen blijven. Bij haar kan hij niet schitteren.”

Deze persiflage op een ijdele, overspelige man in wie men gemakkelijk Bernhard herkent, is des te intrigerender omdat het koninklijk paar én de monarchie in 1958 nog maar net waren hersteld van de zogenaamde Hofmans-crisis. Deze al heel vaak beschreven crisis neemt ook in deze biografie een belangrijke plaats in. Daarbij weerstaat Jolande de verleiding om de schuld bij ofwel Bernhard ofwel Juliana te leggen. Met een helderheid die des te bewonderenswaardiger is gezien de geheimtaal waarvan Hofmans en haar sekte zich bedienden, laat Jolande zien hoe de van kinds af aan in spiritualiteit geïnteresseerde Juliana een willige prooi werd voor Hofmans doorgevingen en daarmee haarzelf, haar naasten, haar land en het koningschap schade toebracht. Maar ze laat ook zien hoe Juliana naar behoren bleef functioneren als vorstin. Het was bovendien niet Juliana die een constitutionele crisis forceerde, maar Bernhard. Hij was het immers die het schandaal in 1956 in de openbaarheid bracht door het verhaal naar de buitenlandse pers te lekken.

Dit publieke verraad van zijn echtgenote stelt de biografe voor hét grote raadsel van Juliana’s leven: waarom liet zij Bernhard niet vallen? Hij was haar sprookjesprins maar maakte haar leven ook geregeld tot een hel. Zij dreigde verschillende malen met echtscheiding, maar het bleef bij dreigementen. Dat een gescheiden koningin destijds onacceptabel zou zijn geweest is, zo laat Jolande zien, niet bevredigend als verklaring. De facto leefden Juliana en Bernhard al gescheiden. Tijdens haar periode van ballingschap in Canada had zij bovendien gemerkt dat zij heel goed zonder de aanwezigheid van Bernhard kon. Sterker nog: in die periode kwam Juliana zowel privé als openbaar tot volle bloei. Strijdvaardig hield zij in Canada en de VS talloze speeches die het beeld van de softe Juliana danig bijstellen. Toch liet zij het na haar terugkeer in Nederland gebeuren dat niet zij, maar Bernhard met succes poseerde als oorlogsheld. Ze sprak niet of nauwelijks over haar destijds buiten de kleine familiekring verrichte activiteiten. Wel zette zij haar gebleken sociale vaardigheden in voor de wederopbouw van Nederland, en later voor de maatschappelijke invulling van het koningschap waar zij bekend om is geworden.

Op de vraag waarom Juliana de vernederingen van Bernhard onderging en tot het eind van haar leven bleef hopen op zijn liefde, geeft de biografie gelukkig geen één dimensionaal antwoord. Het complexe beeld dat zich ontvouwt is dat van een vrouw wier grote verbeeldingskracht van jongs af aan niet of nauwelijks werd begrensd. Als lid van het Koninklijk Huis kon Juliana dat wat zij voor de realiteit hield niet voldoende toetsen aan de opvattingen en ervaringen van anderen. Afgezien van een handjevol naasten en intimi, waren die anderen immers zelden of nooit eerlijk tegen haar. Juliana bleef te veel gevangen in haar eigen realiteit, hoezeer die ook botste met haar levensomstandigheden. Steeds hoopte zij dat wat niet te veranderen was, toch veranderd kon worden: het mislukte huwelijk van haar ouders, het gedrag van Bernhard, de oogkwaal van Marijke, de lastige kanten van het koningschap. Zij dacht aan deze harde feiten te kunnen ontsnappen door er voor te kiezen niet één, maar meer levenspaden tegelijk te bewandelen. Dat maakt haar herhaaldelijk uitgesproken verlangen ‘zichzelf te zijn’ ingewikkeld, omdat het om een nogal gecompartimentaliseerd ‘zelf’ ging.

In haar biografie van verzetsstrijder Pim Boellaard heeft Jolande Withuis haar kwaliteiten als biografe al volop laten zien. Via Pim Boellaard, vriend van Bernhard, kwam zij in Koninklijke kringen terecht, en de rest is geschiedenis. Velen hebben op de achtergrond een steentje bijgedragen aan de totstandkoming van deze door de Bezige Bij voorbeeldig uitgegeven biografie, bijvoorbeeld Jolande’s echtgenoot Tom de Ridder. Ik noem hier verder slechts enkele personen, om te beginnen Hans Daalder, die tot zijn overlijden in april van dit jaar bereid was zijn enorme kennis met Jolande te delen en uitgebreid commentaar te geven op conceptstukken. Dat deden ook Joop van den Berg en Piet de Rooij. Zij zaten in de door het NIOD ingestelde commissie die onder mijn voorzitterschap en met hulp van Bezige Bij redacteur Annet Mooij het hele manuscript verschillende malen las en van commentaar voorzag. Ook aan hen veel dank!

De grootste dank gaat uit naar Jolande. Zij werkte maar liefst 6 jaar aan het onderzoek en deed dat na haar pensionering als senior onderzoeker van het NIOD nog meer dan twee jaar als gastonderzoeker. Zij heeft ons een magistrale biografie gegeven waar nog veel over gesproken zal worden.

Marjan Schwegman

Meer over de auteur

Jolande Withuis

Jolande Withuis (1949) was tot 2014 als onderzoekster verbonden aan het NIOD. Ze schrijft voor NRC Handelsblad, Trouw en de Volkskrant. Bij De Bezige Bij verschenen Erkenning (2002), Na het kamp (2005), De vrouw als mens (2007) en in 2008 Weest manlijk, zijt sterk, een biografie over verzetsman Pim Boellaard, die werd bekroond met de...

Jolande Withuis

Meer nieuws

  • Bette Dam wint De Loep met haar boek ‘Op zoek naar de vijand’

    Bette Dam wint ‘De Loep’ in de categorie Controlerende Onderzoeksjournalistiek met haar boek Op zoek naar de vijand. De Loep is een Belgisch-Nederlandse prijs voor onderzoeksjournalistiek die wordt uitgereikt door de Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ) aan controlerende, opsporende en signalerende journalistiek. De jury van De Loep schreef het volgende in het juryrapport: “Een onderzoek van internationale klasse...

    Meer28.09.2020
  • Jeroen Olyslaegers is de laureaat van de Prijs van de KANTL voor Proza 2020

    Jeroen Olyslaegers wint de vierjaarlijkse Prozaprijs van de KANTL (Koninklijke Academie voor Taal en Letteren) voor zijn roman WIL. De KANTL reikt jaarlijks een literaire prijs uit. Die prijs richt zich afwisselend op proza, podiumteksten, essay en poëzie. Voor de KANTL-prijs van 2020 kwamen alle prozawerken uit de periode tussen 2016 en 2019 in aanmerking....

    Meer10.09.2020