De Bezige Bij

Veertig jaar na overlijden Jotie T’Hooft is Junkieverdriet eindelijk weer leverbaar

 



Op 5 oktober aanstaande, precies veertig jaar na het overlijden van Jotie T’Hooft, komt De Bezige Bij met een fraaie heruitgave van de iconische bundel Junkieverdriet, die sinds begin jaren tachtig niet meer in zijn oorspronkelijke vorm is herdrukt.

Volgens zijn bewonderaars had de begaafde Jotie T’Hooft halfweg de jaren zeventig alles in huis om uit te groeien tot een groot dichter. ‘Als Hugo Claus de keizer is, is Jotie T’Hooft de prins,’ verklaarde uitgever Julien Weverbergh (Manteau) toen T’Hooft met zijn dichtbundel Junkieverdriet de Reina Prinsen Geerligsprijs kreeg.

Jotie T’Hooft (geb. als Johan Geeraard Adriaan T’Hooft, 1956-1977) was een Belgisch dichter en schrijver. Hij pleegde op 21-jarige leeftijd zelfmoord, na de jaren ervoor een exuberant leven geleid te hebben. Maar Jotie T’Hooft leeft voort: in zijn poëzie. Na zijn dood verschenen nog nagelaten gedichten, een bundeling van prozateksten en ook de Verzamelde gedichten en het Verzameld proza. Zowel zijn poëzie als zijn extravagante levenswandel maakt van deze jonggestorven dichter een haast mythische figuur in de letteren.

Rondom zijn veertigste sterfdag worden in België verschillende activiteiten georganiseerd. Behoud de Begeerte, kunstencentrum voor literatuur, organiseert op 20 oktober een ode aan Jotie T’Hooft in Sint-Agatha-Berchem, waar T’Hooft samen met zijn echtgenote Ingrid Weverbergh woonde en waar zijn uitgeverij, Manteau, was gevestigd. Laureaten van de Jotie T’Hooft Poëzieprijs, onder anderen Yannick Dangre, brengen daar hun hommage. Op de muur van de bibliotheek in Sint-Agatha-Berchem komt een gedicht van T’Hooft te staan en voor zijn oude woonhuis wordt een gedenkplaat geplaatst.

JUNKIEVERDRIET

Mijn eeuwenoud, mijn levenslang junkieverdriet
Van geboortepijn tot nu mijn eenzaamheid
Die ik deel met duizenden nu ik weet wat ik weet:
Dat de mens een naald is zoekend naar een ader
Zoekend naar de kiespijn van zijn ver verleden.

Junkieverdriet, bass-toon van deze tijd
Waar de verschopte verschaalt in een dode hoek
Van het denkperspectief, in de paranoia
Van de kleine penis en de schizofrenie van schaamte.

In deze wereld mijn waansisteem werd liefde
Een misdrijf in het duister en reizen kruipen
Uit de schaduw der ouders naar de schaduw van de dood.
Verdrinken tijdens de armslag naar meer.

Licht van alle licht, licht
Dat niet dooft met de dagen en mijn geheugen
Voortdurend doorschijnt, licht licht
Dat niet zinkt in de stof het woord
Dat muis is knagend binnen klein bestek,
Licht dat bomen doorruist en water, licht
Dat leeft op de vloedlijn bij springtij,
Tussen afkick en hit, wit licht, witte hitte.

 

Mobiele versie afsluiten