‘Die kasteelbeer die zo gul in zijn spek zit gaf me de opdracht om zijn portret te schilderen. Dus ik zet het beste konterfeitsel in een spieraampje dat ooit van die snoever is gemaakt. Een vermiljoen tussen veeltonige okers op verstarde sepia, vat je, makker?
Natuurlijk werd-ie boos: hij vond dat ik ogen had moeten schilderen. Maar iemand die nooit naar buiten kijkt heeft geen karakter in zijn blik, en dus had ik niets dan z’n trilling op het doekje gezet, zoals alleen een Onsterfelijke dat kan!
Toen die Bommel het nog niet begreep, heb ik het doekje open laten staan, je weet wel, lekker trillend. Gewoon om dat vleeslichaam wat te laten vibreren!
Dat zou jou trouwens ook geen kwaad doen, makker!
Heb je wat augurken met suiker voor me?’
– aldus kunstschilder Terpen Tijn in een vraaggesprek met onze verslaggever.