‘Het was de hoogste tijd voor een heerschappelijk ingrijpen’

‘Voor het eerst in mijn familiegeschiedenis kan ik in dit boek mijn jonge vriend Tom Poes terzijde staan en dat bezorgt deze avonturen een bepaalde geestelijke rijkdom. Een heer van stand kent immers zijn plichten en offert zich met liefde op, ook als dat hem niet wordt gevraagd. Zonder ooit aan zichzelf te denken geeft een heer pedagogische, zeg maar dualistische impulsen. Het is maar gelukkig dat hij persoonlijk de vinger heeft kunnen leggen op zijn brein. Daarom kan hij zijn grote daden voor de belezen lezertjes uit de doeken doen. Onthoud: wie goed ontmoet, doet goed.’ – zo schrijft ons de heer O.B.B. te R.