‘Een magistraal debuut. Beschreven in een even liefdevol als soms genadeloos hard proza, waaruit een perfect gevoel voor timing en detail spreekt. Zo indrukwekkend, dat je je nauwelijks kunt voorstellen dat er dit jaar nog een beter debuut zal verschijnen.’ - Het Parool *****
'Matthew Thomas beschrijft vroege dementie en de ontluisterende praktijk van het mantelzorgen teder en genadeloos eerlijk tegelijk. Maar zijn briljante debuut is meer dan een alzheimerroman … Wie niet bij minstens één scène tranen in de ogen krijgt, heeft geen ziel.' - VPRO Gids
'Een aangrijpende roman over alzheimer, over verlangens en kwetsbaarheid, en over verlies en liefde in al hun vormen.' - Margriet
'Matthew Thomas maakt het hele proces heel goed invoelbaar; Eds smoezen en uitvluchten om zijn ziekte te verbergen, maar ook de bochten waarin Eileen zich moet wringen om hun zaken financieel voor elkaar te krijgen, en Connells vlucht naar een universiteit ver weg omdat het hem allemaal te veel wordt. Ze zijn verre van perfect, Eileen, Ed en Connell, en hoewel het ze soms zwaar valt toenadering te zoeken tot elkaar, laten ze je als lezer onvoorwaardelijk binnen - en laten je niet meer los.' - Friesch Dagblad
'Een familiedrama dat uitloopt op een tragisch, bij vlagen meeslepend vrouwenportret. (...) Matthew Thomas slaagt erin de intieme wisselwerkingen tussen Eileen en haar gezin bloot te leggen.' - NRC Handelsblad ***
'Een alles wegblazend debuut. Matthew Thomas (38) schreef met We zijn onszelf niet volgens de New York Times een van de belangrijkste boeken van het jaar. Dit verhaal over vroeg-dementie geeft je in elk geval een onvergetelijke vrouw, een klassieke heldin. (...) Met een slot dat geen lezer onberoerd zal laten.' - Dagblad de Limburger*****
'Mooi, mooi, mooi. Het kostte Matthew Thomas tien jaar om dit boek, zijn debuut, te voltooien, maar het is dan ook een pareltje.' - Marie Claire